Ferdinand Waldo Demara was een van de beste oplichters van de 20e eeuw. Moeiteloos deed hij zich voor als priester, universiteitsdocent of zelfs chirurg en voerde alle werkzaamheden uit die bij die banen hoorden, tot aan levensreddende operaties toe.
Ferdinand werd geboren in 1921 in Massachusetts. Van zijn kindertijd is niet zo veel bekend, behalve dat zijn familie hard geraakt werd door de crisis in de jaren 30. Op zijn 16e besloot hij hierop van huis weg te lopen. In tegenstelling tot de meeste weglopers kwam hij niet op straat terecht, maar werd hij monnik bij de Cisterciënzers. Alhoewel hij een grote belangstelling voor religie had, hield hij het toch niet vol in het klooster. Na een paar jaar nam hij dienst in het leger. Hier maakte hij voor het eerst gebruik van een valse naam voordat hij deserteerde.
Hij dook weer op in een abdij in Kentucky onder een andere naam. Het bleek de start te zijn van een reeks beroepen die Demara onder verschillende identiteiten uitvoerde. Zo werd hij onder andere oppasser in een sanatorium, psycholoog en docent aan een hogeschool. Helaas voor Demara werd hij gesnapt door de FBI die achter hem aan zaten voor z’n desertie en moest hij meer dan een jaar de gevangenis is.
Nadat hij uit de gevangenis kwam nam hij uiteraard weer een nieuwe identiteit aan, ditmaal die van priester John bij de broeders van de Christelijke leer, een oorspronkelijk Franse katholieke orde. De orde richtte zich op Christelijk onderwijs en Demara ging hier meteen mee aan de slag. Hij kreeg het voor elkaar om in Maine een college op te richten wat door de staat werd goedgekeurd. Hij was echter diep beledigd dat de orde hem niet voordroeg als rector en vond dat ze een belachelijke naam hadden gekozen voor het college. Dat was namelijk de naam van de oprichter van de orde. Demara kennende had hij er op gerekend dat het college naar hem (of in elk geval naar de naam die hij op dat moment gebruikte) zou worden genoemd.
Teleurgesteld besloot Demara de inzet te verhogen. Hij nam de identiteit aan van dokter Joseph Cyr, die hij kende via de orde en solliciteerde bij de Canadese marine. Normaal gesproken zouden er allerlei achtergrond checks gedaan worden, maar omdat de Koreaanse oorlog aan de gang was en er een schreeuwend tekort was aan chirurgen werd Demara ingescheept en vertrok hij binnen een week naar Korea als scheepschirurg.
Eenmaal in Korea aangekomen kreeg Demara de grootste test van zijn leven. Op zijn schip werden 16 gewonde Koreanen aan boord gehesen. Sommigen hadden zulke zware verwondingen dat ze zouden overlijden als er niet geopereerd werd. Gezien Demara de enige “chirurg” aan boord was, viel die taak op hem. Hij gaf bevel aan de operatiestaf om alles in gereedheid te brengen voor een aantal operaties en verschanste zich in zijn hut, waar hij binnen een paar uur zoveel mogelijk las over operaties van oorlogswonden. Hierna leidde hij een aantal succesvolle operaties waarbij hij onder andere een kogel verwijderde uit iemands buikholte en met enorme hoeveelheden penicilline voorkwam dat er infecties ontstonden.
Ironisch genoeg leidden zijn succesvolle operaties ook tot zijn ontmaskering als chirurg. In Canada verscheen namelijk een artikel in de krant over hoe hij een aantal Koreaanse levens had gered. De moeder van de echte Joseph Cyr nam hierop contact op met de marine en vertelde hen dat haar zoon gewoon een praktijk had in Canada en helemaal niet in Korea kon zitten. Toen dit nieuws werd verteld aan de commandant van het schip waar Demara op zat geloofde in eerste instantie niemand van de bemanning dit verhaal, zo goed had Demara zich in zijn rol ingeleefd. Uiteindelijk werd hij eervol ontslagen door de Canadese marine en de grens naar de VS over gezet.
Nadat Life Magazine een artikel over hem publiceerde in de jaren 60 werd het steeds moeilijker om incognito nieuwe identiteiten aan te nemen, te meer daar Demara steeds dikker was geworden en een opvallende fysieke verschijning was geworden. Zo werd hij na een half jaar als gevangenisbewaarder herkend door een gevangene, waarop hij werd ontslagen en werd hij ook ontmaskerd als leraar zonder diploma’s. Hij overleed in 1982 terwijl hij woonde in het ziekenhuis waar hij de laatste jaren van zijn leven had doorgebracht terwijl hij zich voordeed als kapelaan die de laatste riten toediende.
Bij haast alle banen en identiteiten die Demara had waren zijn leidinggevenden eigenlijk zeer tevreden over hem, ook als bleek dat hij helemaal niet opgeleid was voor de functie die hij vervulde. Hij handelde ook niet uit financieel gewin, maar omschreef zijn filosofie ooit eens als 2 belangrijke regels: In elke organisatie ligt er macht voor het oprapen die je kan gebruiken zonder anderen daarbij dwars te zitten. De tweede regel is als je macht wilt je dat dan niet in iemand anders domein moet zoeken, maar gewoon zelf een domein moet creëren.