Op 9 oktober 1968 werd Pierre Mulele, voormalig minister en communistisch guerillastrijder, geëxecuteerd door de troepen van president Mobutu van Congo. Die had eerder amnestie beloofd aan alle rebellen, maar dat bleek niet te gelden voor Mulele toen deze uit z’n ballingschap terugkeerde in Congo. Nadat z’n ogen en genitaliën waren verwijderd, werden één voor één z’n ledematen afgezaagd totdat hij overleed en werden z’n resten in de Congo rivier gegooid.
Gezien de Congo rivier de diepste is ter wereld is er nooit wat teruggevonden van Mulele. Behalve de diepste rivier is het, gemeten naar watervolume, ook de op twee na grootste rivier ter wereld. Potentieel zou de rivier dan ook genoeg elektriciteit op kunnen wekken om geheel Afrika ten zuiden van de Sahara van elektriciteit te voorzien.
Wellicht dat president Mobutu daar wat mee had kunnen doen, hij is tenslotte 32 jaar president geweest. Helaas voor Congo had Mobutu het te druk met het bouwen van zijn paleis midden in de jungle, inclusief vliegveld met landingsbaan voor een Concorde. Wel zo handig als je even wilt gaan winkelen in New York natuurlijk.

Mobutu kon zo lang president blijven omdat hij in het zadel werd gehouden door de VS, die het wel sympathiek vonden dat hij communisten doodmartelde.
Wat dat betreft is 9 oktober sowieso een mooie dag, want in 1967 kwam Che Guevara op deze datum om nadat hij net een revolutie te veel probeerde te ontketenen.