Categories
Geschiedenis

De Kroning van Koning Charles

Vorige week werd er voor het eerst sinds 1953 weer een vorst gekroond in Engeland. Prins Charles heeft er meer dan 70 jaar op gewacht, maar mag zich inmiddels koning Karel de derde noemen.
De kroning op zich is slechts een bevestiging voor het volk. Zodra de monarch overlijdt wordt de nummer één in de opvolging automatisch koning of koningin volgens het adagium ‘de koning is dood, lang leve de koning!’


De kroningsceremonie dient slechts om de wereld te tonen wie de nieuwe koning is. In vroeger tijden als er meer dan één troonpretendent was had degene die zich daadwerkelijk in London kon laten kronen vaak de beste papieren (ofwel het sterkste leger).


Voor de kroning van Charles geldt dat uiteraard niet. Het was vrij duidelijk dat hij geen concurrentie voor de troon hoefde te dulden en de ceremonie kan dus gezien worden als een traditie waarbij vooral het Engelse deel van Groot-Brittannië zich uitstekend vermaakt met alle pracht en praal die bij de ceremonie horen.

De Kroon


Het belangrijkste onderdeel is uiteraard de kroning zelf. De kroon, die Charles bij deze gelegenheid op zijn hoofd kreeg gezet, is door zijn verre voorganger Karel de tweede besteld in de 17e eeuw. Diens vader Karel de eerste was namelijk door Oliver Cromwell een kopje kleiner gemaakt waarna de kroonjuwelen, die toen al honderden jaren oud waren, werden verkocht of omgesmolten. Engeland was na de onthoofding van Charles de tweede namelijk kortstondig een republiek en een republiek heeft natuurlijk geen kroonjuwelen nodig.


Voordat kronen in gebruik kwamen droegen de Romeinse keizers lauwerkransen en Germaanse opperhoofden helmen. De eerste keer dat er een echte kroon werd genoemd in een Engels geschrift betreft het de kroning van koning Eadwig in 956. Opvallend aan de beschrijving is het feit dat Eadwig meteen na de kroning de benen nam, geheel tegen het protocol in. Toen bisschop Dunstan, in wiens biografie het verhaal opduikt, Eadwig ging zoeken trof hij de zojuist gekroonde vorst aan in een varkensstal in een compromitterende houding met een lokale moeder en dochter, die waarschijnlijk hoopten meteen een koninklijke bastaard te produceren..

Koning Charles de derde zal dit waarschijnlijk niet zijn overkomen na zijn kroning, en dat is wellicht maar goed ook in deze tijd van alomtegenwoordige camera’s. Het enige moment dat in zijn kroning niet gefilmd mocht worden was het moment van de zalving met heilige olie. Afgeschermd door 4 kamerschermen gaf dit Charles de gelegenheid buiten het zicht van de camera om even een praatje te maken met God.

De Zalving

De olie die voor dit ritueel werd gebruikt is speciaal voor dit doel geheiligd in Jeruzalem door de Orthodoxe patriarch van Jeruzalem, Israël en heel Palestina, die tijdens het heiligen in de smiezen werd gehouden door een bisschop van de Anglicaanse kerk. Die had alle reden om de patriarch op zijn vingers te kijken. Het was immers een van de hoogste prelaten van een concurrerend geloof. Bovendien was de patriarch in kwestie volgens zijn voorganger sowieso niet te vertrouwen.

Deze voorganger, Irenaios, was sinds zijn uitverkiezing in 2001 begonnen met land van het patriarchaat in Jeruzalem te verkopen aan de staat Israël. Dit viel niet in heel goede aarde bij zijn grotendeels Palestijnse achterban, die Jeruzalem zien als toekomstige hoofdstad van een Palestijnse staat. Irenaios werd dan ook na enkele jaren afgezet door een synode van orthodoxe bisschoppen. Irenaios weigerde echter op te stappen en refereerde naar oude het gebruik dat de staat waarin het patriarchaat was gevestigd toestemming moest geven. Gezien het patriarchaat van Jeruzalem zich uitstrekt over gebieden binnen Israël, gebieden onder bestuur van de Palestijnse autoriteit en Jordanië werd aan deze 3 regeringen toestemming gevraagd. Jordanië en de Palestijnse autoriteit gaven meteen toestemming, maar Israël was best tevreden met al het nieuwe land in Jeruzalem en gaf geen toestemming.


Irenaios weigerde dus te vertrekken en heeft jaren in een kamertje bovenin het patriarchale paleis gevangen gezeten. Tenminste zo omschreef hij dat zelf. Zijn opvolger gaf aan dat Irenaios op elk moment mocht vertrekken, maar dat hij hem daarna nooit meer zou binnenlaten. Genoeg reden voor Irenaios om te blijven zitten waar hij zat.


Uiteindelijk moest er een oecumenische synode van het hele orthodoxe geloof in Constantinopel aan te pas komen om de beslissing van de bisschoppen in Jeruzalem te bevestigen. Hierna droop Irenaios in 2005 eindelijk af en zorgde er zo voor dat zijn opvolger de heilige zalf kon verzorgen voor de kroning van Charles afgelopen weekend.

Categories
Geschiedenis Voedsel

De oorsprong van het woord Booze

Een van de belangrijkste activiteiten in het Angelsaksisch taalgebied is het drinken van enorme hoeveelheden drank. Waar er in Nederland aan zwangere vrouwen wordt aanbevolen om geen druppel alcohol te nuttigen tijdens de zwangerschap, had men in het Verenigd Koninkrijk tot 2016 het idee dat zo’n strenge regel alleen maar averechts zou werken. Het officiële advies was tot die tijd dan ook om maximaal 1 tot 2 eenheden 1 tot 2 keer per week te consumeren.

Aangezien niemand wist hoeveel één eenheid alcohol was (ongeveer de hoeveelheid in een half glas wijn), resulteerde dit in het idee dat het volkomen veilig was om 2 keer per week 2 pints naar binnen te gieten als je zwanger was. Gelukkig betekende dit alsnog een flinke afname van het alcoholgebruik ten aanzien van de niet zwangere populatie.

Etymologisch onderzoek

Het is dan ook niet verwonderlijk dat onder etymologen er veel onderzoek is gedaan naar de herkomst van het woord booze, een van de pijlers van de Britse beschaving, naast voetbal, theedrinken en het aan de verkeerde kant van de weg rijden.

Er bestaat momenteel (nog) geen consensus over de exacte herkomst. Naast de gelijkenis met de oud-Nederlandsche woorden búsen (zich bezatten) en buse (drinkbeker) is er ook een theorie dat Engelse zeelui het woord hebben meegenomen uit Constantinopel, het latere Istanbul.

Boza

In Istanbul wordt tot op de dag van vandaag een gefermenteerde drank op basis van gierst gedronken: Boza. De huidige drank bevat, hoewel gefermenteerd, weinig tot geen alcohol. Dat zou immers voor de voornamelijk uit moslims bestaande bevolking verboden zijn.

In het verleden was dit anders en bevatte de Boza zulke hoeveelheden alcohol dat er gewaarschuwd werd door de Ottomaanse regering dat je er niet zoveel van moest drinken dat je er dronken van werd. Deze waarschuwing zal voornamelijk bedoeld zijn geweest voor het Islamitische gedeelte van de inwoners. En niet zozeer voor de Joodse en Christelijke minderheden in de stad.

De Joodse gemeenschap

Tot aan het begin van de twintigste eeuw woonden er naast moslims ongeveer een half miljoen Joden en Christenen in Istanbul. De Christenen veelal Grieks of Armeens orthodox en de Joden onder andere als afstammeling van de Joodse gemeenschap die in 1492 werden verbannen uit Spanje door Ferdinand en Isabella. Sultan Bayezid II haalde deze Joodse gemeenschap met een vloot op en bood hen onderdak in het toen net 50 jaar eerder op de Romeinen veroverde Constantinopel.

Sultan Bayezid II

De sultan handelde hier niet alleen uit altruïsme maar had er ook een belangrijk economische belang bij om de Joden onderdak te bieden. Niet moslims moeten volgens de Koran namelijk extra belasting betalen en de Joodse gemeenschap bracht zo extra geld in het laatje voor de Ottomaanse staat.

Samen met de Christelijke gemeenschap mochten de Joden dus wel zoveel Boza drinken dat ze er dronken van werden. Waarschijnlijk zagen Engelse zeelui dit als een uitstekend voorbeeld en menig matroos kwam uit de levant terug met verhalen over de heerlijke, maar vooral alcoholische drank Boza, waarna het woord volgens de theorie ingeburgerd raakt in Groot-Brittannië

Categories
Trivia

Pierre Brassau: schildertalent

Hij schildert met krachtige penseelstreken, maar ook met een duidelijke vastberadenheid. Zijn penseelstreken draaien met een furieuze kieskeurigheid. Pierre is een artiest die zijn kunst doordrenkt met de fijngevoeligheid van een balletdanser.

Aldus een kunstcriticus, sprekend in 1964 over Pierre Brassau, de nieuwste sensatie op een kunsttentoonstelling in het Zweedse Göteborg. Over het algemeen waren zijn collega’s het roerend met hem eens. Ook zij vonden dat het werk van Brassau met kop en schouders boven de anderen ge-exposeerden uit stak.

Eén criticus vond het werk echter helemaal niets. Deze expert beweerde dat de doeken zelfs door een aap geschilderd hadden kunnen zijn.

Over smaak valt niet te twisten, over feiten echter wel. Zeker hier bij Trivipedia, waar we een broertje dood hebben aan feitenvrije meningen. Tenzij het ons uitkomt uiteraard.

De waarheid over de schilderijen van Pierre Brassau

Feit is dat voornoemde criticus gewoon 100% gelijk had. De 4 werken van Pierre Brassau waren inderdaad door een aap, in dit geval een chimpansee, geschilderd. Pierre Brassau was namelijk de artiestennaam van Peter, een 5 jaar oude chimpansee uit de lokale dierentuin, de Boras Zoo. Als je dat met een Frans accent aan elkaar uitspreekt dan krijg je inderdaad iets wat lijkt op Brassau.

De journalist Åke Axelsson had, bij wijze van stunt, Peter doeken en schildergerei gegeven. Na enkele mislukte pogingen, waarbij Peter de verf opat, in plaats van voor schilderijen te gebruiken (vooral kobaltblauw bleek erg lekker), kreeg hij toch de smaak van het schilderen te pakken. Nadat Peter een flink aantal schilderijen had gemaakt, koos Axelsson de vier beste uit en regelde dat deze op de tentoonstelling werden vertoond.  

Toen eenmaal uitkwam dat Brassau een chimpansee was, bleef de enthousiaste criticus bij zijn oordeel dat Brassau duidelijk de beste werken van de tentoonstelling had gemaakt. Ongetwijfeld tot chagrijn van de overige schilders wiens werken werden tentoongesteld…

Hij verkeerde daarbij overigens niet in slecht gezelschap. In 2005 werd het experiment herhaald in Moritzburg in Duitsland. Daar schilderde Banghi, een 31-jarige vrouwelijke chimpansee, een aantal schilderijen. Katja Schneider, de directrice van het lokale staatsmuseum, zag de werken van Banghi aan voor werk van Ernst Wilhelm Nay, een van de belangrijkste naoorlogse Duitse schilders. Toen ze werd geconfronteerd met de waarheid reageerde ze dat ze ook wel vond dat het leek alsof Nay nogal haast had gehad tijdens het schilderen.

Categories
Geschiedenis

Hoe Huskissons dood de spoorweg populariseerde

Op 15 september 1830 opende de eerste treinlijn tussen 2 grote steden: de Liverpool-Manchester lijn, die nog steeds bestaat.

Op de openingsdag reden er verschillende treinen op parallelspoor van Liverpool naar Manchester. Aan boord van een van de treinen zat de toenmalige Britse premier, de hertog van Wellington. De andere treinen zaten vol met hoogwaardigheidsbekleders, waaronder William Huskisson, de voormalige minister van oorlog en koloniën.

Huskisson was niet lang daarvoor uit de regering gestapt wegens een conflict met Wellington, maar had hier waarschijnlijk spijt van en probeerde tijdens de rit in contact te komen met Wellington.

Halverwege stopten de treinen één voor één bij een station om water in te nemen. Huskisson zag zijn kans schoon en verliet, tegen het advies van het trein personeel in, zijn trein, om naar het rijtuig van Wellington te gaan. Daar zou hij een praatje te maken om te kijken of er binnenkort misschien een nieuwe ministerspost vrij zou komen. Waarschijnlijk ging dit vrij goed want Huskisson ging zo op in het gesprek dat hij niet doorhad dat een van de andere locomotieven rap naderde, terwijl hij op de rails stond te keuvelen.

Het eerste treinongeval met dodelijke afloop

Toen hij eindelijk doorkreeg dat hij niet zo handig stond, raakte Huskisson in paniek en probeerde hij het rijtuig van Wellington in te stappen. Toen hij de deur van het rijtuig echter probeerde te openen zwaaide de deur open, zodat Huskisson aan de open deur hing in het pad van de aanstormende trein.

Huskisson werd seconden later gegrepen door de trein en verloor hierbij een groot deel van zijn been. Nog dezelfde avond overleed hij en staat sindsdien bekend als het eerste dodelijke slachtoffer van een trein.

Doordat Huskisson een bekend politicus was schreven veel kranten over zijn begrafenis en kwam een groot deel van de wereld er zo achter dat er een nieuw vervoermiddel was, wat het personenvervoer enorm zou veranderen. Zo droeg zijn dood bij aan de verspreiding van de spoorwegen. Toen de Duitse spoorwegen 100 jaar later de expressionistische film Das Stahltier financierden, over het begin van de spoorwegen, ging een van de delen dan ook over de dood van Huskisson.